Door de corona crisis worden Universiteiten en Hogescholen uitgedaagd om andere manieren van toetsen te introduceren dan wat ze eerst gewend waren. In mijn vorige artikel uitte ik mijn kritiek op het gebruik van proctoring in het hoger onderwijs. Naast de reeds genoemde bezwaren tegen proctoring zoals de inbreuk privacy en het versterken van kansenongelijkheid, moeten we ons afvragen of deze manier van toetsen bijdraagt aan het creëren van goede burgers. In dit artikel bespreek ik het verband tussen onderwijs en democratie. Niet elk type onderwijs draagt bij aan het creëren van burgers die mee kunnen doen in een democratie. Waar toetsen die gebruik maken van proctoring veel negatieve consequenties heeft, is er ook een toets vorm waar ik een stuk positiever over ben: de open-boek-toets.
Democratie en Onderwijs
Een belangrijke theorie binnen de politicologie over democratisering is de moderniseringstheorie. Deze theorie werd op de kaart gezet door Seymour Martin Lipset (1950). In zijn onderzoek legt hij uit waarom bepaalde landen succesvoller zijn in het creëren en behouden van een democratie dan andere landen. Hij identificeert twee kenmerken van het sociale systeem die belangrijk zijn bij het faciliteren van een stabiele democratie: ontwikkeling en legitimiteit. Degene waar ik mij in dit artikel op zal concentreren is ontwikkeling, die bestaat uit: “industrialisatie, rijkdom, verstedelijking en onderwijs” (Lipset, 1950, p. 71). Uiteraard richt ik mij hier vooral op het onderwijsgedeelte binnen het ontwikkelingskenmerk.
Om het effect van onderwijs op de democratie te meten, gebruikt Lipset twee variabelen: geletterdheid en opleidingsniveau (primair, post-primair en hoger onderwijs). Het belang van onderwijs voor de democratie is volgens Lipset dat het ons perspectief van mensen verruimt, hen in staat stelt de behoefte aan tolerantienormen te begrijpen, hen ervan weerhoudt zich te houden aan extremistische en monistische doctrines, en hun capaciteit vergroot om rationele electorale keuzes te maken (Lipset, 1950). Hij verdedigt dit argument zowel theoretisch als door te kijken naar eerdere studies die bijvoorbeeld een verband aantonen tussen onderwijs en democratische waarden. Hij ziet onderwijs niet als een voldoende voorwaarde, maar concludeert wel dat het een noodzakelijke voorwaarde is voor democratie.
De meeste onderzoeken naar het verband tussen democratie en onderwijs maken gebruik van gegevens over geletterdheid, opleidingsniveau, gelijkheid van onderwijs voor mannen en vrouwen en gemiddeld aantal schooljaren (Acemoglu et al., 2005; Barro, 1999; Lipset, 1959). Waar deze onderzoeken echter niet naar kijken, is het type onderwijs dat wordt gegeven. Waar het voorheen belangrijk was om informatie uit het hoofd te leren omdat informatie niet vrij beschikbaar was, is dit niet langer het geval. Het tekort aan beschikbare informatie is niet langer een probleem, de overvloed aan informatie misschien wel. Door dit aan de moderniseringstheorie te koppelen, vraag ik mij af: wat hebben studenten nodig om te leren hoe ze een waardevolle burger kunnen zijn? Binnen een democratie wil je dat mensen op programmatische gronden stemmen, wat betekent dat ze hun stem baseren op de plannen die partijen voor het land hebben (Stokes, 2005). Welk soort onderwijs is het meest geschikt om mensen daartoe in staat te stellen?
Proctoring versus de Open-boek-toets
In een tijdperk van nepnieuws, deepfakes en de overvloed aan informatie op het internet, moeten studenten leren zoeken naar betrouwbare informatie. Bij de toetsen waar gebruikt wordt gemaakt van proctoring gaat het vaak nog om het onthouden van feiten. De proctoring zorgt ervoor dat de student de informatie niet kan opzoeken maar volledig uit het hoofd moet weten. Afgezien van de overige negatieve effecten van proctoring vraag ik mij af of dit een positieve bijdrage levert aan burgerschap; moeten we nog feiten uit ons hoofd leren in een tijd waarin informatie vrij beschikbaar is?
De open-boek-toets biedt hier een mooi alternatief voor en wordt op verschillende universiteiten ook al ingezet. Hierbij gaat het er niet om dat je de feiten kan onthouden en reproduceren, maar draait het om het toepassen van de kennis. Dit stimuleert studenten om kritisch na te denken over de informatie die ze hebben. In een tijd waar door het internet, informatie in grote hoeveelheden beschikbaar is zou ik willen suggereren dat het onderwijs zich hierop moet aanpassen. Het reproduceren van kennis hoeft natuurlijk niet volledig te verdwijnen, maar zou wel meer naar de achtergrond kunnen verdwijnen. Het kritisch kunnen beoordelen van informatie en het toepassen ervan is van steeds groter belang in de huidige maatschappij.
Conclusie
Moderniseringstheorie suggereert dat goed onderwijs belangrijk is voor de democratie, maar betrekt de leermethode niet in haar onderzoek. Lipset beargumenteert dat voor het ontstaan van tolerantie, het tegengaan van extremisme en het maken van een goede electorale keuze, het onderwijs van groot belang is. Deze effecten worden echter niet bereikt door enkel informatie uit het hoofd te leren; het type onderwijs dat proctoring voorschrijft. Informatie kritisch leren benaderen en toepassen zal het effect van onderwijs op democratie veel meel versterken.
In dit artikel heb ik laten zien dat de onderwijsmethode en de bijbehorende toetsen een belangrijke factor zijn in het verband tussen onderwijs en democratie. Hier is echter nog weinig onderzoek naar gedaan en meer onderzoek naar het verband tussen onderwijsmethode en democratie is gewenst. Voor nu is het belangrijk dat de Nederlandse onderwijsinstellingen inzien dat proctoring veel negatieve gevolgen heeft en niet bijdraagt aan het creëren van burgers die mee kunnen doen in een democratie. De open-boek-toets is een zeer goed alternatief wat vaker gebruikt zou moeten worden.
Lipset, S. M. (1959). Some social requisites of democracy: Economic development and political legitimacy. The American political science review, 53(1), 69-105.
Acemoglu, D., Johnson, S., Robinson, J. A., & Yared, P. (2005). From education to democracy?. American Economic Review, 95(2), 44-49.
Stokes, S. C. (2005). Perverse accountability: A formal model of machine politics with evidence from Argentina. American political science review, 315-325.