Protestbewegingen uit de geschiedenis en wat wij ervan kunnen leren
Dit is een onderzoek over protestbewegingen uit het verleden uitgevoerd door het Wetenschappelijk Bureau van de Piratenpartij Utrecht. Het onderzoek zal in meerdere delen worden geüpload in verband met de lengte van het stuk.
<- Vorige Volgende ->
Wat kun je bereiken met de publieke opinie aan jouw kant?
Om te onderzoeken wat een burgerbeweging kan bereiken door de publieke opinie te beïnvloeden zal de antinucleaire beweging bestudeerd worden. De organisatiestructuur, tactieken en demografie van dit verzet zijn vergelijkbaar met de dierenrechtenbeweging. Het verschil tussen de twee bewegingen is de hoeveelheid succes die ze hebben bereikt.
De antinucleaire beweging heeft een lange historie van verzet tegen de status quo. Het gebruik van nucleaire energie voor het opwekken van stroom maar vooral het gebruik van nucleaire wapens, is een veel omstreden onderwerp. Verzet tegen het gebruik van wapens begon al vroeg bij wetenschappers en diplomate. Lang voordat de eerste bom op Hiroshima viel (Brown and Brutoco, 1997). Het verzet onder burgers kwam pas op gang nadat het testen van nucleaire wapens in de pacifische oceaan nieuwe hoogtes begon te bereiken in 1954 (Rudig, 1990). De koude oorlog draafde door en regeringen bleven nieuwe wapens bouwen en testen. Op het hoogtepunt van de koude oorlog in 1961 gingen 50.000 vrouwen de straat op in 60 verschillende steden in Amerika om tegen nucleaire wapens te protesteren (Woo, 2011). In 1963 voerden veel landen partiële verboden in op het testen van wapens (Rudig, 1990). Het verzet bleef doorgaan en begon hun focus te verleggen van nucleaire wapens naar nucleaire energie. In de jaren 70 van de vorige eeuw werd het verzet tegen nucleaire energiewinning het focal point van de beweging (Falk, 1982).
De antinucleaire beweging heeft veel successen op hun naam. Naast de protestacties die zij zelf hebben georganiseerd zijn ze in het verleden ook geholpen door verschrikkelijke gebeurtenissen zoals de bommen die op Hiroshima en Nagasaki vielen en de nucleaire ongelukken in Chernobyl. Voorbeelden van de successen van het verzet zijn het Non-Proliferation Treaty getekend door ieder land, met uitzondering van Pakistan, India, Zuid-Sudan, Noord-Korea en Israël. Dit verdrag erkent vijf landen met nucleaire wapens. De Verenigde Staten, Rusland,Groot-Brittannië, Frankrijk en China (UNODA, z.d.). Verder staat er bekend dat Pakistan, India, Noord-Korea en Israël in het bezit zijn van nucleaire wapens (Arms Control Association, 2018). Zo zijn er nog veel meer voorbeelden te noemen van wetgeving en internationale verdragen rondom nucleaire wapens en nucleaire energie. De krachtigste drijfveer achter deze veranderingen zit in de publieke opinie rondom nucleaire zaken. Recente polls laten zien dat het overgrote deel van de wereldpopulatie tegen het gebruik van nucleaire wapens is. Verder staat de bevolking van meerdere landen ook erg negatief tegenover het gebruik van nucleaire energie. De meeste mensen zijn voor het openhouden van de bestaande nucleaire centrales, maar staan negatief tegenover het bouwen van nieuwe (Black, 2011).
Deze analyse laat zien wat het belang is geweest van de publieke opinie in het sturen van het proces rondom nucleaire energie en nucleaire wapens. De eindeloze acties in samenhang met nucleaire ongelukken hebben ertoe geleid dat een groot deel van de wereldpopulatie tegen het gebruik van nucleaire energie en wapens is. Deze breed gedragen mening heeft er voor gezorgt dat de druk op de politiek werd opgevoerd en dat ze zodoende gedwongen werden om actie te ondernemen. Het effect dat deze beweging heeft gehad is terug te vinden in hoe wij denken over het nucleaire probleem en de wetgeving die er momenteels is.