Truus van Lier (1921-1943) is een inspirator voor ons.
Truus (Geertruida) werd op 22 april 1921 in Utrecht geboren als dochter in het gezin van Willem en Derkje van Lier. Haar vader was advocaat en het gezin woonde vlakbij het Wilhelminapark. Ze ging naar de basisschool aan de Mecklenburglaan (waar tegenwoordig vrijwilligersorganisatie De Wilg zit). Na de basisschool probeerde ze het Gemeentelijk Lyceum voor meisjes aan de Wittevrouwenkade maar naar het schijnt besloot ze om haar opleiding af te maken aan het Christelijk Lyceum in Zeist. In het begin van de 2e wereldoorlog schreef ze zich in als rechtenstudente bij de Universiteit van Utrecht waar haar zus Wilhelmina al Frans studeerde. Studenten uit Utrecht en Amsterdam kwamen geregeld bij Truus haar ouders thuis vergaderen en de oorlog en uitsluiting van de Joden was een veelbesproken onderwerp. Truus haar eerste stappen in het verzet waren in dienst van het Utrechts-Amsterdams verzetsblaadje “Lichting”. Dit door studenten gemaakte en gedrukte blaadje had in 1942 en 1943 in totaal zes uitgaves. Via dat blad kwam Truus in aanraking met Leo Frijda. Hij was actief lid van de verzetsgroep CS-6. Deze groep schroomde het geweld niet en dat levert ook Truus haar meest bekende actie op.
Op vrijdag 3 september 1943 schoot Truus de waarnemend politie-president van Utrecht, G.J. Kerlen dood. Deze G.J. Kerlen was sinds 1942 hoofd van de Utrechtse politie en was een actief sympathisant van de Duitse bezetter. Vooral vanwege zijn achtergrond als landmachtofficier had hij nog contacten met gedemobiliseerde militairen van wie vele het verzet in waren gegaan. Daarmee werd hij als een bedreiging gezien en besloot CS-6 hem uit te weg te laten ruimen. Door Truus. Dat Kerlen nogal populair was bij de Duitse bezetters, blijkt wel uit het feit dat op zijn begrafenis flink wat Duitse kopstukken aanwezig waren. Niet alleen was de NSB burgemeester Van Ravenswaay aanwezig, maar ook Anton Mussert zelf kwam opdagen en ook de secretaris-generaal van het departement van Justitie, mr J.J. Schrieke. Er werd een beloning van 10.000 gulden (4500 euro) uitgeloofd. Uiteindelijk is Truus opgepakt wegens bekentenissen van twee dames die opgepakt waren en ook in CS-6 zaten. Op 14 september 1943 wordt Truus gearresteerd in een café aan het Houtplein in Haarlem. Er is nog een paar keer met haar heen en weer gesleept tot ze uiteindelijk in het Duitse concentratiekamp Sachenhausen (bij Oranienburg) terecht komt. Daar is ze op 27 oktober 1943 gefusilleerd op grond van “ Feindbegünstigung” en “Organisierung der “Widerstandsbewegung”. De executie was in het geheim. Zelfs de Duitse bezetter vond het niet handig om in het openbaar te laten zien dat ze ongewapende vrouwen doodschoten.
In het Academiegebouw aan het Domplein staat haar naam op een gedenksteen achter het beeldje van het smalle vrouwenfiguur (gemaakt door de Utrechter Joop Hekman). Maar dat is niet het enige dat aan haar herinnert. Nabij waar Truus haar moord pleegde op Kerlen is aan de waterkant met narcissen nog elk voorjaar haar naam te lezen. Ook is er een straat naar haar vernoemd in Transwijk, midden op een industrieterrein. Knap als u die kent.
Alle relevante krantenartikelen en meer over haar verzetsdaden vind je hier en hier
Will Wammes zegt
Wat een moedige jonge vrouw. Ze heeft andere levens gered.
Theologisch zoek naar De Waarheid. Gij zult niet doden/doodslaan?
Wat is hierin Rechtvaardig? Hartelijke groet, Will.